Hoofdstuk 7 - Verzet tegen een voorzittersuitspraak

7.1 In verzet bij de Huurcommissie

Als een partij het niet eens is met de voorzittersuitspraak, dan kan de betreffende partij in verzet gaan. Dit doet een partij door schriftelijk een omschrijving te geven waar deze partij het niet mee eens is en waarom.

7.2 Op tijd indienen verzetschrift

Het verzetschrift moet binnen drie weken na de verzenddatum van de voorzittersuitspraak binnen zijn bij de Huurcommissie.

7.3 Geen kosten bij verzet

Het kost geen geld (leges) om in verzet te gaan.

7.4 Beoordeling verzet

Een zittingscommissie beoordeelt zaak opnieuw en bepaalt of de voorzittersuitspraak kan blijven gelden of dat er een nieuwe beslissing nodig is. Hierbij kijkt de zittingscommissie naar alle documenten en toelichtingen van partijen die tijdens de verzetsprocedure aan het licht zijn gekomen. De zittingscommissie kan een zitting houden om partijen te horen.

Na de beoordeling van het verzet ontvangen beide partijen een commissie-uitspraak. Er zijn drie mogelijke uitspraken:

  • Het verzet is terecht (gegrond). De uitspraak van de voorzitter vervalt. De zittingscommissie kan vaak meteen een nieuwe uitspraak doen.
  • Het verzet is gegrond, maar de commissie doet niet meteen een nieuwe uitspraak. De Huurcommissie neemt de zaak opnieuw in behandeling. Dat betekent bijvoorbeeld dat de Huurcommissie weer een onderzoek in de woonruimte doet of de hoogte van de jaarafrekening servicekosten opnieuw berekenen.
  • Het verzet is niet terecht (ongegrond). De uitspraak van de voorzitter blijft gelden.

7.5 Niet eens met de commissie-uitspraak na verzet

Als een partij het niet eens is met de commissie-uitspraak nadat de partij in verzet is gegaan, dan moet deze partij binnen acht weken na verzending van de uitspraak naar de kantonrechter. De kantonrechter beoordeelt de zaak opnieuw. Hieraan zijn kosten verbonden.

7.6 Samenloop verzet en de kantonrechter

Wanneer een partij tijdig verzet aantekent bij de Huurcommissie tegen een voorzittersuitspraak, en er nog geen zaak bij de kantonrechter loopt, zal de Huurcommissie het verzet in behandeling nemen. Echter, indien er al een zaak bij de kantonrechter aanhangig is gemaakt vóór het indienen van verzet bij de Huurcommissie, is het niet meer mogelijk om verzet aan te tekenen. In dat geval verklaart de Huurcommissie het verzet niet-ontvankelijk en zal de kantonrechter uitspraak doen over het geschil.

Let op: de Huurcommissie ontvangt geen melding wanneer partijen een gerechtelijke procedure starten. Daarom dienen partijen de Huurcommissie op de hoogte te stellen zodra er een gerechtelijke procedure wordt gestart vóórdat er verzet wordt ingediend.

Als een gerechtelijke procedure pas ná het indienen van verzet wordt gestart, dient dit onmiddellijk aan de rechtbank te worden gemeld. Op die manier wordt de rechtbank geïnformeerd dat zij niet bevoegd is om de zaak te behandelen en dat de Huurcommissie als eerste aan zet is.