Hoofdstuk 8 - De zitting

8.1 Uitspraak door de commissie

Als de Huurcommissie na het onderzoek heeft bepaald dat er een zitting met partijen nodig is, dan ontvangen beide partijen uiterlijk drie weken van tevoren een uitnodiging hiervoor. Zittingen bij de Huurcommissie zijn in beginsel altijd online. De Huurcommissie kan bepalen dat een zitting op locatie is. De Huurcommissie raadt aan om deel te nemen aan de zitting. Partijen kunnen dan zelf uitleggen wat er aan de hand is.

8.2 De zittingscommissie

De zittingscommissie die de zaak behandelt, bestaat uit drie personen: de zittingsvoorzitter en twee zittingsleden. Tijdens de zitting kan de zittingscommissie vragen stellen aan partijen. Beide partijen krijgen de gelegenheid de zaak toe te lichten en op elkaars standpunten te reageren. Daarbij bepaalt de zittingsvoorzitter de volgorde en zorgt ervoor dat de zitting goed verloopt. 

Daarnaast is ook een secretaris van de Huurcommissie aanwezig. Die maakt een samenvatting van wat de partijen zeggen tijdens de zitting. Deze samenvatting is terug te vinden in de commissie-uitspraak.

De Huurcommissie kan meerdere zaken tegelijk op dezelfde hoorzitting behandelen. Bijvoorbeeld omdat de zaken over dezelfde woonruimte gaan. De Huurcommissie bepaalt wanneer dit gebeurt. 

8.3 Uitstel aanvragen

Partijen moeten zo snel mogelijk bellen met het klantcontactcentrum van de Huurcommissie als zij niet kunnen op de datum van de zitting of als het niet mogelijk is om online bij de zitting te zijn. Dat moet dan binnen vijf werkdagen na de datum van de brief waarin de datum voor de hoorzitting staat. De Huurcommissie verzet de zitting alleen als er sprake is van een zeer goede reden waardoor een partij niet aanwezig kan zijn (zwaarwegend belang), bijvoorbeeld bij een operatie of overlijden. De medewerker van het klantcontactcentrum van de Huurcommissie beoordeelt of er een zeer goede reden is of niet en neemt het besluit om de zitting wel of niet uit te stellen. Dit besluit staat vast.

8.4 Nieuwe informatie

Als er nieuwe informatie is die de zittingscommissie moet lezen, dan kan dit tot vijf werkdagen voor de zitting ingestuurd worden (zie hoofdstuk 3). Is de nieuwe informatie later binnen, dan bepaalt de commissie of zij deze meeneemt bij de behandeling van de zaak op de zitting.

8.5 Als een van de partijen te laat is

Als een partij te laat op de zitting is, dan start de zittingsvoorzitter de zitting zonder die partij. De zittingsvoorzitter kan besluiten om deze partij toch nog toe te laten tot de zitting. Dit kan alleen als de zaak nog in behandeling is en het volgens de zittingsvoorzitter nog mogelijk is om de zaak toe te lichten. Als de behandeling van de zaak is afgesloten, dan is toegang tot de zitting niet meer mogelijk.

8.6 Niet aanwezig bij zitting

Het is niet verplicht om naar een zitting te komen. Als een partij niet op de zitting is, is het niet mogelijk voor de zittingscommissie om vragen te stellen aan deze partij. De afwezige partij heeft niet de gelegenheid om de zaak toe te lichten. Als er daardoor iets onduidelijk blijft, kan de zittingscommissie deze onduidelijkheden in het nadeel van de afwezige partij uitleggen.

8.7 Gemachtigde op zitting

Partijen kunnen ook iemand anders toestemming geven om namens hen deel te nemen aan de zitting (gemachtigde). Als de partij nog geen machtiging heeft ingediend en zelf niet bij de zitting is, moet de gemachtigde een machtiging laten zien tijdens zitting (zie ook 1.4). Kan hij dat niet, dan kan de zittingsvoorzitter bijvoorbeeld:

  • De zitting door laten gaan met de gemachtigde, onder de voorwaarde dat de machtiging binnen één week na zitting wordt verzonden naar de Huurcommissie;
  • De zitting uitstellen, zodat de gemachtigde de machtiging alsnog kan indienen;
  • De zitting door laten gaan zonder de gemachtigde, waardoor deze partij als niet aanwezig wordt gezien. 

8.8 Moeite met de Nederlandse taal

De zitting is altijd in de Nederlandse taal. Als een partij niet goed Nederlands verstaat of spreekt, dan kan deze partij een vertaler meenemen. In bijzondere gevallen kan de zittingsvoorzitter bepalen dat een aantal vragen in het Engels mag worden gesteld en beantwoord. Dit gebeurt alleen als de wederpartij daar geen bezwaar tegen heeft. De secretaris noteert de in het Engels gestelde vragen en antwoorden in het Nederlands.

8.9 Getuige of deskundige

Als een partij een getuige of deskundige mee wil nemen naar de zitting is, dan moet dit uiterlijk aan het begin van de zitting aan de zittingsvoorzitter worden gevraagd. De partij moet daarbij de naam, functie en het doel van de verklaring van de getuige of deskundige doorgeven.

8.10 Zittingen zijn openbaar

De hoorzittingen van de Huurcommissie zijn openbaar. Dit betekent dat er bezoekers aanwezig kunnen zijn die willen horen en zien hoe een zaak wordt behandeld. De zittingscommissie kan ook besluiten dat een zitting niet openbaar is. Dit betekent dat alleen uitgenodigde partijen aanwezig mogen zijn. De zittingscommissie kan dit besluiten als één van de partijen daarom vraagt of wanneer het in het belang is van de openbare orde.

8.11 De Huurcommissie is onpartijdig

De commissie is niet vooringenomen en heeft geen voorkeur voor één van de partijen. Bij een vermoeden dat de zittingscommissie of een lid daarvan partijdig, kan een partij vragen of een ander commissielid of zittingscommissie de zaak behandelt. Dit heet een verzoek tot wraking. Hoe een partij dit verzoek moet doen, staat op de website van de Huurcommissie in het protocol wraking en verschoning.

8.12 Documenten insturen na de hoorzitting

Als de zittingscommissie tijdens de zitting heeft gevraagd om documenten op te sturen, dan moet dat gebeuren binnen de tijd die de zittingscommissie daarvoor heeft aangegeven. Meestal is dat één week. Daarna kan de zittingscommissie de wederpartij nog de gelegenheid geven om op deze documenten te reageren. Ook die reactie moet binnen de gevraagde tijd binnen zijn. Als de gevraagde documenten niet of te laat bij de Huurcommissie binnen zijn, of de reactie is te laat of niet gegeven, dan kan de zittingscommissie besluiten om de gevraagde informatie niet mee te nemen bij het beoordelen van het verzoek.

Als de zittingscommissie niet heeft gevraagd om documenten op te sturen, dan heeft het geen zin om dat wel te doen. De Huurcommissie neemt die informatie niet mee in de uitspraak.

8.13 De commissie-uitspraak

Na de zitting overleggen de leden van de zittingscommissie met elkaar achter gesloten deuren om tot een uitspraak te komen.. De Huurcommissie verstuurt de uitspraak na ongeveer drie weken. Als er meer tijd nodig is voor de uitspraak, dan ontvangen beide partijen daar al meestal bericht over tijdens de zitting. 
De zittingscommissie doet schriftelijk en gemotiveerd uitspraak hoe zij tot haar besluit is gekomen. In de uitspraak staat ook wie de kosten van de procedure moet betalen. Ook staan de namen van de commissieleden erin en wordt de uitspraak door de zittingsvoorzitter ondertekend. Beide partijen ontvangen de commissie-uitspraak.

Een uitspraak van de Huurcommissie is een bindende uitspraak. Dat betekent dat beide partijen zich eraan moeten houden, tenzij een van de partijen op tijd naar de kantonrechter gaat (zie ook 8.14).

8.14 Niet eens met de commissie-uitspraak

Als een partij het niet eens is met de uitspraak van de zittingscommissie, kan deze partij een procedure bij de kantonrechter starten over hetzelfde geschil. Dit moet binnen acht weken na verzending van de commissie-uitspraak. Als een van de partijen naar de kantonrechter gaat, is de uitspraak van de Huurcommissie niet meer bindend.

8.15 Veroordeling kosten blijft bestaan

In een uitspraak van de Huurcommissie wordt aangegeven welke partij de kosten voor de procedure moet betalen. Hier neemt de kantonrechter geen beslissing over. De partij die moest betalen van de Huurcommissie, is verplicht het betreffende bedrag over te maken aan de Huurcommissie, ook als deze partij later gelijk krijgt bij de kantonrechter.

8.16 Fouten in de uitspraak

Als er in de uitspraak van de Huurcommissie een duidelijke schrijf- of een rekenfout staat, moet een partij dit direct laten weten aan de Huurcommissie.  Bijvoorbeeld wanneer de huurprijs € 639,00 bedraagt, maar als € 693,00 in de uitspraak wordt vermeld, of wanneer een huurovereenkomst is ingegaan op 1-1-2022, maar in de uitspraak 1-1-2020 als ingangsdatum wordt vermeld. Meer informatie hierover en hoe een partij een verbetering van een fout kan laten corrigeren staat op de website van de Huurcommissie.

De Huurcommissie verbetert de fout dan als dat mogelijk is.  De Huurcommissie kan beide partijen vragen om een reactie. Als blijkt dat er inderdaad een fout in de uitspraak zit die de Huurcommissie kan verbeteren, dan ontvangen beide partijen een correctie van deze fout. Dit heet een rectificatie. Daarin staat welke fout er in de uitspraak zit en wat er op dat punt wél in de uitspraak had moeten staan. Tegen een verbetering van een uitspraak kunnen de huurder en verhuurder geen bezwaar maken.