Hoofdstuk 5 - Het deskundigenonderzoek
De Huurcommissie onderzoekt een zaak met behulp van de documenten die beide partijen hebben ingestuurd. Soms is er ook onderzoek in de woonruimte nodig. In dat geval komt een onderzoeker van de Huurcommissie in de woonruimte kijken om de situatie daar te beoordelen. De resultaten hiervan staan in het onderzoeksrapport.
5.1 Onderzoek in de woonruimte
De huurder en de verhuurder ontvangen uiterlijk 3 weken voor de dag van het onderzoek een brief waarin staat dat een onderzoek in de woonruimte plaatsvindt. In de brief staan de datum en het dagdeel (ochtend of middag) waarop de onderzoeker langskomt.
5.2 Toegang woonruimte
De huurder moet ervoor zorgen dat de onderzoeker toegang krijgt tot de woonruimte. Als de huurder niet thuis kan zijn, moet de huurder ervoor zorgen dat iemand anders de deur opendoet.
5.3 Uitstel
Als niemand anders de deur kan opendoen, dan moet de huurder zo snel mogelijk bellen met het klantcontactcentrum van de Huurcommissie. Dat kan binnen vijf werkdagen na de datum van de brief waarin de Huurcommissie de datum van het onderzoek heeft gemeld. De Huurcommissie verzet het onderzoek alleen als er sprake is van een zeer goede reden om niet thuis te kunnen zijn (zwaarwegend belang), bijvoorbeeld bij een operatie. De medewerker van het klantcontactcentrum van de Huurcommissie beoordeelt of er een zeer goede reden is of niet. Dit besluit staat vast.
5.4 Niet thuis
Als de huurder niet of niet op tijd om uitstel van het onderzoek heeft gevraagd of er is geen sprake van een zeer goede reden (5.3), volgt er geen nieuw onderzoek in de woonruimte. Als de Huurcommissie hierdoor niet genoeg informatie heeft om het verzoek inhoudelijk goed te beoordelen, dan kan de Huurcommissie het verzoek ‘ongegrond’ verklaren.
5.5 Aanwezigheid verhuurder
De Huurcommissie nodigt ook de verhuurder uit voor het onderzoek in de woonruimte. De verhuurder moet uiterlijk twee werkdagen voor de datum van het onderzoek aan ons doorgeven dat hij aanwezig is. De Huurcommissie vindt het belangrijk dat beide partijen aanwezig zijn bij het onderzoek in de woonruimte.
5.6 Onderzoek en veiligheid
De huurder moet ervoor zorgen dat de onderzoeker overal goed en veilig bij kan in de woonruimte. Als de onderzoeker de situatie niet veilig genoeg vindt, dan stopt het onderzoek direct. De onderzoeker noteert dit in het onderzoeksrapport en vermeldt daarbij ook de reden.
5.7 Als de huurder is verhuisd of gaat verhuizen
Gaat een huurder verhuizen tijdens een procedure bij de Huurcommissie, dan moet de verzoeker dit zo snel mogelijk aan de Huurcommissie doorgeven. Als de huurder de verhuizing minder dan vijf werkdagen vóór het geplande onderzoek aan ons doorgeeft, is het niet mogelijk om het onderzoek in de woonruimte te vervroegen. Dit betekent dat de Huurcommissie het verzoek moet afhandelen zonder onderzoek in de woonruimte. Als er hierdoor onvoldoende informatie is om het verzoek inhoudelijk goed te beoordelen, dan kan de Huurcommissie het verzoek ‘ongegrond’ verklaren.
Als de verhuizing wel op tijd is doorgegeven, dan vraag de Huurcommissie aan de huurder en aan de verhuurder om toegang tot de woonruimte te regelen. Als dit niet lukt, kunnen beide partijen hun kijk op de zaak ondersteunen met bewijsstukken. Bijvoorbeeld een plattegrond, een puntentelling en 2 of 3 foto’s. Met behulp daarvan stelt de Huurcommissie een onderzoeksrapport op.
5.8 Reageren op het onderzoeksrapport
Na het onderzoek in de woonruimte stelt de onderzoeker een onderzoeksrapport op. Beide partijen ontvangen dit rapport. De Huurcommissie vraagt aan beide partijen om hierop te reageren. Een reactie op het onderzoeksrapport kan tot uiterlijk één week na de datum waarop dit is verzonden. Als een partij niet op tijd een reactie kan geven, dan moet deze partij telefonisch contact opnemen met het klantcontactcentrum. Dit moet uiterlijk één week na de datum waarop het rapport is verzonden. Het klantcontactcentrum kan één extra week aan reactietijd geven.
Als de reactie op het rapport van onderzoek niet of te laat binnen is bij de Huurcommissie, dan beoordeelt de Huurcommissie het verzoek op basis van de uitkomsten van het onderzoek. De Huurcommissie kan dan bijvoorbeeld een uitspraak doen waarin het onderzoeksrapport ongewijzigd wordt overgenomen.
5.9 Na het rapport
Na het onderzoeksrapport bepaalt de Huurcommissie de vervolgstap. Er zijn drie mogelijkheden:
- Er komt een uitspraak van de voorzitter van de Huurcommissie. Hierbij is er geen zitting maar volgt de uitspraak aan de hand van de beschikbare informatie in de zaak. Dit wordt een voorzittersuitspraak genoemd.
- Beide partijen kunnen een uitnodiging voor een zitting ontvangen waar het verzoek door een commissie van de Huurcommissie mondeling wordt behandeld(hoor en wederhoor). Hierna volgt er een uitspraak van de commissie. Dit wordt een commissie-uitspraak genoemd (hoofdstuk 8).
- Er komt een uitspraak van de zittingscommissie waar het verzoek wordt behandeld zonder de aanwezigheid van partijen. Hierna volgt er een uitspraak van de commissie. Dit wordt ook een commissie-uitspraak genoemd (hoofdstuk 8).