Hoofdstuk 3 - Het onderzoek ter plaatse

Onderzoek in de woning

De gemeente ontvangt voorafgaand aan het onderzoek een brief waarin staat dat een onderzoek in de woning plaatsvindt.⁵ In de brief staat de datum en het dagdeel (ochtend of middag) waarop de onderzoeker langskomt. De gemeente kan de afspraak maximaal éénmaal verzetten.

_{⁵ Het is aan de gemeente overgelaten om zelfstandig te bepalen om huurder en verhuurder uit te nodigen voor het onderzoek ter plaatse.}

Toegang tot de woning

De gemeente dient ervoor te zorgen dat de onderzoeker van de Huurcommissie toegang tot de woning krijgt. Als de onderzoeker van de Huurcommissie geen toegang tot de woning krijgt, dan verstrekt de Huurcommissie geen inhoudelijke verklaring omdat er geen onderzoek ter plaatse heeft kunnen plaatsvinden. De gemeente kan dan een nieuwe aanvraag voor een verklaring indienen.

Aanwezigheid gemeente tijdens onderzoek

De gemeente dient ervoor te zorgen dat een ambtenaar van de gemeente aanwezig is tijdens het onderzoek ter plaatse, zodat de onderzoeker van de Huurcommissie veilig en onpartijdig zijn werk kan doen. Eventuele vragen, argumenten en/of bezwaren van huurder en verhuurder, dienen huurder en verhuurder in te dienen bij de gemeente.⁶

_{⁶ Dit wijkt af van de procedures die zijn opgestart door huurders of verhuurder, waarin wel hoor en wederhoor plaatsvindt.}

Onderzoek en veiligheid

De gemeente dient ervoor zorgen dat de onderzoeker goed en veilig de woning kan onderzoeken. Als de onderzoeker de situatie niet veilig genoeg vindt, dan stopt direct het onderzoek. De onderzoeker noteert dit in het onderzoeksrapport en vermeldt daarbij ook de reden.

Peildatum

De peildatum voor de puntentelling is de datum van het onderzoek ter plaatse.

Puntentelling

De onderzoeker van de Huurcommissie stelt op basis van het onderzoek ter plaatse, de toegestuurde informatie, en het beleidsboek Waarderingsstelsel (on-)zelfstandige woonruimtes een puntentelling voor de woning op.